Q&A De zeven zussen

Waar heb je de inspiratie vandaan gehaald voor de Zeven Zussen en voor het schrijven van een reeks van zeven boeken?

In januari 2013 was ik op zoek naar een nieuw verhaal, maar ook naar een overkoepelend thema dat iets zou toevoegen aan mijn schrijfwerk over heden en verleden. Iets spannends en uitdagends, zowel voor mezelf als voor mijn lezers. Ik heb altijd al naar de sterren gekeken, vooral naar het Zevengesternte. Op een ijskoude avond in North Norfolk keek ik naar de hemel en kwam – met onze eigen zeven kinderen in mijn achterhoofd – op het idee om een reeks van zeven boeken te schrijven, gebaseerd op de legendes van de Zeven Zussen.

Waarom koos je voor Rio en Christus de Verlosser als achtergrond van het verhaal?

Toen ik voor de promotie van een van mijn boeken in Brazilië was, werd ik spontaan verliefd op het land en de mensen daar en drong het tot me door dat ik nog nooit een boek had gelezen dat zich daar afspeelde. Ik ging naar de berg Corcovado om het beeld van Christus de Verlosser te bezichtigen en kon er alleen maar vol verwondering naar kijken. Ik vroeg me af hoe het in hemelsnaam gebouwd was en wat voor verhalen er schuilgingen achter de bouw, ruim tachtig jaar geleden. Zodoende ging ik op onderzoek uit en hoorde ik over het raadsel wie er model heeft gestaan voor de handen…

Het is vast zenuwslopend om aan een reeks van zeven boeken te beginnen. Had je het plot van het laatste boek vooraf al in gedachten?

Ironisch genoeg ervaar ik het juist als positief om te weten wat ik de komende zes jaar ga doen, niet als negatief. Hoewel elk boek een opzichzelfstaand verhaal van een van de zussen bevat, beschouw ik de reeks als één epische roman. Dus voorlopig is het einde van het verhaal nog niet in zicht en blijft me dat vreselijke moment nog bespaard waarop ik me afvraag wat ik hierna weer ga schrijven. Het mooiste is nog wel dat ik jarenlang geen afscheid hoef te nemen van mijn personages; na het afronden van een verhaal rouw ik namelijk altijd om mijn ‘fantasievrienden’. Als auteur is deze reeks mijn grootste uitdaging tot nu toe, omdat er zo veel lagen in zitten. Niet alleen gebruik ik de mythes en legendes over de Zeven Zussen als leidraad, er is ook een rode draad die door elk verhaal loopt, maar die pas in het laatste boek bekend wordt. De details daarover zitten verborgen in de verhalen en zijn alleen mij bekend.

Mythologie speelt een grote rol in het verhaal. Voor welke mythes heb je gekozen, en hoe kwam je erop om je reeks daarop te baseren?

De astrologische en mythologische verwijzingen geven een extra dimensie aan de reeks, dat vind ik er juist zo leuk aan. Er zijn heel veel mythes over de Zeven Zussen, van de Maya’s tot de Grieken en de Aboriginals, en ik heb besloten de Griekse mythes te gebruiken als een soort blauwdruk voor de personages en bepaalde aspecten van het plot. Ik heb er ook enorm van genoten om anagrammen en verborgen aanwijzingen te bedenken, gebaseerd op de mythes. Leonora, mijn jongste dochter, hielp me op weg met het anagram van de adoptievader van de zussen, die losjes is gebaseerd op Atlas, de Titaan die de wereld en de hemel op zijn schouders torste. Ze voegde een ‘P’ toe voor Pleione, hun moeder, en kwam zo op ‘Pa Salt’ – perfect voor een vader die dol is op de zee. Maar ik wilde er ook voor zorgen dat mijn lezers de mythes niet hoefden te kennen om het verhaal te kunnen begrijpen. Tegelijkertijd vond ik het belangrijk om van mijn zussen moderne vrouwen te maken. Dus hoewel Maia, de oudste van het stel, bepaalde eigenschappen gemeen heeft met haar naamgenote uit de Griekse legende, is ze toch door en door een meisje uit de 21e eeuw.

Was het moeilijk om Maia’s verhaal op één lijn te brengen met de Maia uit de mythes, en hoe zou je haar karakter omschrijven?

In de Griekse legende staat Maia erom bekend dat ze beeldschoon is en zich vaak terugtrekt. Ze wordt neergezet als een verlegen, zonderlinge vrouw die het liefst alleen in een grot woont. Daarnaast wordt ze ook wel ‘De Moeder’ en ‘De Verzorgende’ genoemd. Al die eigenschappen heb ik gebruikt als blauwdruk voor mijn fictieve Maia. Hoewel de moderne Maia uit een bevoorrecht milieu komt, heeft ze geen makkelijk leven gehad. Als oudste zus heeft ze een groot plichtsbesef naar haar familie toe. Maia is de enige zus die – in haar eentje in een paviljoen – nog op het terrein van Atlantis woont, het ouderlijk huis van de meisjes aan het Meer van Genève. De dood van haar vader is een grote schok voor haar en dwingt haar het verleden onder ogen te zien dat ze al jaren uit de weg gaat. Alles verandert door haar reis naar Brazilië om meer te weten te komen over haar voorgeschiedenis, en hier leert ze langzaam om de liefde en het leven weer te omarmen.
Er zijn heel veel verschillende legenden over de zussen, waarin ze ook vaak worden verkracht en uitgebuit door oversekste, machtige Griekse goden! Eén in het bijzonder – de oppergod Zeus – heeft met drie van de zussen een affaire gehad. In de verhalen heb ik Zeus opgesplitst in twee personages, om het wat beter te behappen te maken voor de moderne lezers.

Veel personages in de historische gedeeltes zijn gebaseerd op mensen die echt hebben bestaan. Maakte dat het makkelijker of juist een grotere uitdaging om het boek te schrijven, en gaan we dit terugzien in de komende zes boeken?

Het was absoluut een uitdaging om al die geweldige mensen nieuw leven in te blazen, maar ik vond het wel heerlijk om te doen, al moest ik daardoor nog grondiger dan anders zijn met mijn research. Ik heb alles gelezen wat ik kon over Paul Landowski en heb het museum bezocht in Boulogne-Billancourt, een voorstad van Parijs. Daarnaast had ik dankzij Bel Noronha toegang tot de privédagboeken van Heitor da Silva Costa. Alleen zo kun je hun karakter goed neerzetten: door hun eigen overpeinzingen te gebruiken.

Het Parijs van de jaren twintig van de twintigste eeuw was opwindend en hedonistisch. Welke invloeden heb je gebruikt om de sfeer in dit verhaal te vatten?

Omdat er Frans bloed door mijn aderen stroomt en ik de zomer altijd in Frankrijk doorbreng, heeft het land altijd een sterke aantrekkingskracht voor me gehad. Zeker het Frankrijk van begin twintigste eeuw, toen Parijs de hoofdstad van de creatieve wereld was, alles om kunst en filosofie draaide en materialisme niets te betekenen had. Een van mijn favoriete auteurs is F. Scott Fitzgerald, die deels in Frankrijk woonde, in de tijd waarin dit deel van het boek zich afspeelt. Hij en zijn vrouw Zelda bewogen zich in de onconventionele kringen die de hele dag dronken en de hele nacht dansten. Als ik had mogen kiezen in welke tijd ik geboren had willen worden, dan was het wel in die tijd – echt iets voor mij!

Sommige relaties tussen man en vrouw zijn in het boek heel liefdevol, maar ook vol spanning en verdriet. Was het emotioneel zwaar om het boek te schrijven?

Tijdens het schrijven leef je vierentwintig uur per dag met de personages in je hoofd en raak je ongelofelijk aan hen gehecht. Misschien komt het door mijn verleden als actrice, maar ik ga altijd helemaal op in mijn verhalen. Daarom is het soms een emotionele uitputtingsslag om de droeverige stukjes te schrijven, omdat ik met al mijn personages een band heb en het naar vind als ik hun geen goede afloop kan geven. Tijdens het redigeren moet ik vaak huilen als ik de verdrietige scènes teruglees. Ik heb een aparte manier van schrijven: de ruwe versie spreek ik in op een dictafoon, ik zit dus niet achter een computer te typen. Daardoor kan ik niet alleen rondlopen in de frisse lucht, maar ook echt opgaan in mijn personages en hun verhalen er via mij uit laten stromen.