In Maan wordt mijn personage Lucía geboren in een grot in Sacramonte, de heilige berg die zich net buiten de oostelijke stadsmuren van Granada bevindt. Deze berg is gevestigd in Andalusië. Spaanse zigeuners, gitanos in het Spaans, vestigden zich voor het eerst in het gebied in 1492, nadat ze vanuit India naar Europa waren geëmigreerd. Vooroordelen tegen de gitanos begonnen door Spanjes eerste anti-zigeuner wetgevingen in de vijftiende eeuw. Het was het doel van de monarchen om hun cultuur in te laten slinken; op verschillende momenten in de geschiedenis werd het de gitanos verboden om hun eigen taal te spreken of traditionele kleding te dragen. Zelfs zingen en dansen werd hen verboden.
Het Alhambra
Origineel gezien waren het de Arabieren in Spanje die ontdekten dat het zachte steen van de Sacramonte makkelijk was om uit te hollen. Ze bouwden de grotten, die later het thuis zouden worden van het volk dat uit Granada werd verbannen: niet alleen de gitanos, maar ook joden en moslims verhuisden hierheen. Vanaf Sacromonte konden de arme gitanos altijd het grote fort en het koninklijke paleis van Alhambra zien, het ultieme symbool van macht en rijkdom.
Een van de meest beroemende inwoners van Sacromonte was Chorrojumo, de zelfuitgeroepen ‘Zigeuner Koning’ (1824-1906). Van origine was hij een smid; zijn bijnaam (die letterlijk ‘rookstraal’ betekent) werd hem toegekend omdat hij erg van roken hield.
Later voorzag hij zijn familie van geld door voor de Alhambra met toeristen voor foto’s te poseren. De meeste gitanos verdienden hun geld door middel van ambachten zoals de ijzerhandel, pottenbakken, en het weven van manden. Een andere optie was het dansen van de flamenco voor rijke inwoners van het centrum, zoals Lucía’s personage doet in Maan.
Slenteren door Sacromonte
Sacromonte was het hart van de gitano-flamenco-wereld. Grote grotten lagen aan de voet van de berg en waren het thuis van de fiestas, waar gitano families uit heel Spanje samenkwamen om te dansen en te zingen. De Spaanse Burgeroorlog tijdens de jaren dertig zorgde ervoor dat de gitanobuurt werd verwoest. De meeste families ontsnapten niet aan de verschrikkingen van de gevangeniskampen en hongersnood. Veel flamenco dansers ontvluchtten Spanje en vertrokken naar Amerika en West-Europa. Tegen 1960 was de buurt helemaal veranderd. Veel gitanofamilies waren naar de stad verhuisd, en nu waren het de artiesten en intellectuelen die naar de grotten werden getrokken; voornamelijk door hun romantische geschiedenis.
Slenteren door Sacromonte en verblijven in een grothotel was een onvergetelijke ervaring, en het hielp mij om me meer verbonden te voelen met mijn personages uit Maan.